grafstenen

Waarom werkt Boete & Verzoening op joodse begraafplaatsen?

De  christelijke  “Stichting  voor  Boete  en  Verzoening met Israël en anderen”  (B&V)  heeft  als doel om mensen en volken die terecht verwijten hebben tegen christenen of ‘christelijk’  Nederland, recht te doen en te verzoenen. Om dit doel te bereiken probeert B&V christenen  te laten beseffen dat fouten die christenen in het verleden hebben begaan, met woord en  daad erkend moeten worden.

Ten  opzichte  van  volken  tegenover  wie christenen grote  fouten  hebben  gemaakt,  neemt  het Joodse  volk (lsraël)  een  allereerste  en  unieke  plaats  in.  Hierbij  gaat het niet om  een  aantal  incidentele  fouten  maar om een  algemene  opvatting  die Joden  beschouwt  als tweederangs  mensen. Dit antisemitisme was al veel langer in de hele Europese samenleving aanwezig, gevoed door de theologie dat de Kerk de plaats van Israël zou hebben ingenomen in het verbond met God.  Al heel vroeg begon de beschuldiging van godsmoord en werden Joden door  “de  Kerk” gezien als door God verworpen en daarom zonder toekomst.  Van veel  rampen  die steden  en landen troffen kregen zij de schuld,  waardoor  ze  altijd  weer verbannen,  beroofd  en zelfs  vermoord  werden.  En vaak ging  dit uit van de Kerk, díe  beweerde  het  enige  volk van  God  te  zijn. En die afwijzing, die al in de eerste eeuwen van de vroege Kerk begon, betrof Gods oogappel, het volk van Gods ontferming, waar de Kerk onlosmakelijk mee verbonden is!

Diep betreuren wij de wandaden die eeuwenlang in de naam van Jezus Christus de joodse gemeenschap zijn aangedaan. Wij herroepen daarom de vooroordelen, haat, hebzucht en hoogmoed en we veroordelen alle geweld dat tegen de Joden is gepleegd en nog steeds wordt gepleegd.

Jezus kwam om Leven te geven; wij vragen vergeving dat Zijn naam door Joden nog steeds geassocieerd wordt met de dood, omdat joodse gemeenschappen met een beroep op Zijn naam en soms met het kruis in de hand werden vernederd en vermoord.

Wij willen in het reine komen met God en met het joodse volk, en bidden dat we niet vergeten en niet weer wegkijken. We beseffen hoezeer we als kerken gemakkelijk op een verkeerd spoor kunnen zitten en ernstig falen in het doen wat God van ons vraagt. In deze tijd van weer oplaaiend antisemitisme willen we dat van harte erkennen en daarbij ons voor God verootmoedigen. We bidden Hem om de wijsheid én de moed die wij nodig hebben om Jezus te volgen in het opkomen voor mensen die onrecht lijden in deze wereld.

Bij Joden staan begraafplaatsen in veel hoger aanzien dan bij christenen. Je kunt christen worden door een persoonlijke keuze voor Jezus Messias, maar Jood ben je meestal door afstamming. Daarom is de band met het voorgeslacht zoveel sterker. Hun graven mogen niet geruimd worden en worden generaties lang nog bezocht. De grafstenen zijn voor Joodse mensen zoiets als een identiteitsbewijs, omdat veel Joodse archieven in het verleden zijn vernietigd.

Wanneer je tot een volk behoort dat voortdurend met uitroeiing wordt bedreigd, moet je je kinderen naar een plaats kunnen brengen waarvan je kunt zeggen: “Hier liggen onze voorouders. Zij hebben geleefd, zij hebben bestaan. Een grafsteen is het bewijs voor onze geschiedenis.”

Vanuit dit besef is hulp bij het onderhouden van hun begraafplaatsen voor Joden een sterk bewijs van ons verlangen naar Verzoening.