De Raad van Kerken in Nederland heeft vrijdag 14 juni 2013 een verantwoording naar buiten gebracht over het slavernijverleden.
Verantwoording van het slavernijverleden
Wij als kerken in Nederland, verenigd in de Raad van Kerken, hechten er aan onderstaande uit te spreken tot de kerken en de nazaten van de mensen die ooit als slaven werden verhandeld en als slaven moesten werken; nazaten leven in verschillende landen, onder meer in Suriname, Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Caribisch Nederland en Nederland.
We weten uit de Bijbel dat alle mensen naar Gods beeld zijn geschapen maar we hebben mensen niet als beelddrager rechtgedaan; ze zijn niet behandeld zoals het conform het later geformuleerde handvest voor de rechten van de mens wenselijk zou zijn. We erkennen onze betrokkenheid in het verleden van afzonderlijke kerkleden en van kerkelijke verbanden bij het in stand houden en legitimeren van de slavenhandel; de slavernij heeft eeuwenlang tot 1863 plaatsgevonden onder Nederlandse vlag. Er was geen of onvoldoende respect voor Bijbelse en menselijke waarden.
Honderdduizenden mensen werden van huis en haard weggehaald en moesten een leven lang in gevangenschap verkeren, werden uitgebuit, kregen geen kans om in vrijheid van geloof, meningsuiting en arbeid hun leven invulling te geven. Velen stierven tijdens het transport. Miljoenen mensen werden slaaf gehouden. Als kerken weten we ons deel van dit schuldig verleden en moeten we vaststellen dat theologie in bepaalde omstandigheden misbruikt is om de slavernij te rechtvaardigen. Als kerken benoemen we deze betrokkenheid, en willen we helpen recht te doen aan de nazaten van hen die soms generaties achtereen zijn geknecht en uitgebuit, waarbij we als kerken ons realiseren dat kerken destijds onderling verschilden qua mogelijkheden en dat er binnen diverse kerken ook verschillende geluiden te horen waren.