WILLEMSTAD — De Verenigde Protestantse Gemeente van Curaçao (VPG) vraagt vergeving aan de nakomelingen van slaven, die ten tijde van de slavernij zwaar hebben geleden onder de handelwijze van de protestantse kerk met betrekking tot slaven op Curaçao. Dit stelt de VPG in een verklaring, die naar de lokale media is verstuurd.

De verklaring werd opgesteld door de Centrale Kerkenraad van de Verenigde Protestantse Gemeenschap op Curaçao in een vergadering van 17 juni van dit jaar. Dit vond plaats in het kader van de herdenking van de afschaffing van de slavernij op Curaçao in 1863, 150 jaar geleden.

In de verklaring stelt de VPG dat slavernij eeuwenlang een algemeen geaccepteerd verschijnsel in de lokale samenleving is geweest.

“Maar uit historische bronnen en historisch onderzoek weten we dat tijdens de achttiende en negentiende eeuw veel slaven hebben moeten wonen en werken onder mensonterende omstandigheden. Ook op ons eiland Curaçao. Slaven werden in een afschuwelijke situatie vanuit West-Afrika over de Atlantische Oceaan naar ons eiland vervoerd. Het overlijden van slaven tijdens de overtocht werd in het algemeen slechts gezien als een tragisch feit in economische zin.